Goudsmid versieringstechnieken
Om een ontwerp daadwerkelijk te maken, moet het metaal of materiaal voor het sieraad bewerkt worden. Hoe meer technieken een goudsmid vaardig is, hoe meer mogelijkheden er zijn om een idee uit te werken. Er zijn basistechnieken om het materiaal in beginsel te bewerken. Daarnaast gebruikt de goudsmid versieringstechnieken:
* Drijven/smeden en ciseleren: Bij deze techniek wordt het metaal vervormd door het met hamers te bewerken. Desgewenst worden verschillende soorten aambeelden gebruikt. Wanneer dit hameren met ponsjes gebeurt, spreken we van ciseleren.
* Gieten: Hierbij wordt vloeibaar (verhit) metaal in een vorm gegoten.
* Etsen: Verdiepingen in het metaal ontstaan door zuurbaden.
* Emailleren: Hierbij wordt een laagje gekleurd glas op het metaal aangebracht.
* Niëlleren: Zelfde techniek als emailleren, alleen wordt niëllo (tula) gebruikt. De kleur van niëllo is zwart.
* Graveren: Lijnen of tekeningen in het metaal krassen.
* Granuleren/filligrain: Kleine bolletjes of draadversieringen op het metaal aanbrengen.
* Zetten van (edel)stenen
* Figuratie/ajour: Vormen in negatief zagen uit het metaal (open vorm, metaal is de omlijning).